zondag 29 december 2013

Heksen in de familie

Tussen Roswinkel in Drenthe en Ter Apel in Groningen ligt De Maten. Tot 1976 was De Maten een Drents dorpje, per 1 januari 1976 werd de grens gecorrigeerd en werd het Gronings.

Tussen 1900 en 1930
Mijn familie van vaders kant komt uit die regio: globaal het gebied tussen Emmen, Odoorn, Vlagtwedde en Ter Apel is het gebied waar de familie Van der Ploeg vandaan komt (en ook dus de familie Timmer, toen er achternamen moesten worden vastgelegd gingen pa en vijf zonen naar het gezag en lieten zich allemaal "Timmer" noemen, behalve één, Roelof, die zich liet registereren als "Van der Ploeg" ...).
Geert van der Ploeg (Bourtange 1813-1866 De Maten) was een zoon van deze Roelof en Grietje Maarsing. Geert trouwde in 1840 in Vlagtwedde met  Katrina Brouwer (Vlagtwedde 1809-1881 Roswinkelermarke), zij kregen volgens de burgerlijke stand samen vier kinderen: Roelof (De Maten 1841-1919 Ter Apelkanaal) , Kenna (Ter Apel 1843-1922 Lauderzwarteveen), Grietje (Ter Apel 1846-1897 Vlagtwedde) en Aaltje (Ter Apel 1849-1930 Lauderbeetse).
Nadat pa Geert was overleden ging het niet goed met Katrina en de kinderen in De Maten. Albert Katuin, schaapherder in Odoorn, wist het één en ander te vertellen. Zo zouden de 's avonds geschilde en gewassen aardappels de volgende ochtend weer vol met zand zitten, lag er 's  morgens bloed in de keuken en was een erwt die een buurvrouw bij het huis had neergegooid de volgende ochtend in een pad veranderd.
Om dergelijke occulte zaken in het vervolg te weren zou zoon Roelof gebruik hebben gemaakt van de diensten van een Oostfriese duivelbanner. Roelof zou van hem ter bescherming een botje hebben gekregen, hij moest dat op zijn borst dragen. Overigens lieten de gebeurtenissen zich natuurlijk eenvoudig verklaren, het bloed bijvoorbeeld was gewoon varkensbloed dat door buurjongens op het plaggendak was gegooid en door de plaggen naar binnen was gespijpeld.


De Maten nu. Plaggendaken tref je er niet meer aan.

Roelof had het niet gemakkelijk. Hij trouwde in 1871 met Annechien Schoonbeek, dochter van Geert Schoonbeek en Grietje Koopman. Roelof was er al snel achter dat zijn vrouw en zijn schoonmoeder heksen waren, dat zij in staat waren mensen en dieren te beheksen en dat allerlei voorwerpen ook door hen  behekst werden. Roelof zou dat overal rondverteld hebben. Duivelbanners werden weer geraadpleegd, afwerende middelen gedragen en hij verliet zijn vrouw en zoontje Geert dat in 1874 was geboren meerdere malen. De Provinciale Drentsche en Asser Courant stond er vol mee.
Uiteindelijk werd het Annechien allemaal teveel,  ze wilde scheiden: op 7 november 1881 sprak de rechtbank in Assen de scheiding uit tussen Annechien, woonachtig op de Weerdingermarke, en Roelof.
Een fraai lied werd er ook nog overgeleverd:

“Komt vrienden luisterd naar dit lied
Wat hier in plaggenburg is geschiet,
Roelof is een knappe zoon
Hij draagt het wapen van Oost Vriesland schoon!
Oost Vriesland wisten zij allen wel ras
wat hier op Roswinkelder marke te done was
Kenna Ploeg dat dikke wigt
De heksen drukken haar de borsten digt
Maar Aaltje die had geen bezorg
die kreeg een boer al van Terborg
Ja en dat mogt zij wel doen
Maar ‘t was voor hem een zwart verzoen”.

In de familie is er ook een overlevering van dit verhaal, maar natuurlijk vanuit 'ons' standpunt. Mijn opa wist nog te vertellen dat hij altijd had begrepen dat “die van Katoen (Katuin)” niet deugden", die hadden zouden namelijk allerlei verhalen de wereld in hebben geholpen.
En de familierelatie: Geert van der Ploeg was een kleinzoon van Roelof van der Ploeg en Grietje Maarsing. Mijn opa Aike was een achterkleinzoon van deze Roelof en Grietje, dat maakt hen achterneven.

Met dank aan Groninganus die door zijn blog over hekserij in Havelte mij hier weer aan herinnerde

zaterdag 28 december 2013

België vastgelegd



200 jaar koninkrijk vieren we een aantal jaren lang. Op 2 december 1813 besloot Willem Frederik, prins van Oranje-Nassau, te aanvaarden dat hij tot souverein vorst van de Verenigde Nederlanden was uitgeroepen, op 16 maart 1815 besloot hij dat hij maar koning Willem (I) moest zijn. Een jaar of wat ging dat mooi, totdat de Vlamingen er geen zin meer in hadden en zelf koninkrijkje gingen spelen. Uiteindelijk moest dat dan maar en werd België ook door Willem erkend. Dan moet je met zijn beiden wel de grens regelen. Op 8 augustus 1843 kwam dat rond, in Maastricht werd de grens tussen beide landen vastgelegd. Een mooie grensovereenkomst van 44 artikelen werd gesloten, met aanvullend een reglement voor het plaatsen der grenspalen. 

Die grensovereenkomst kent een aantal artikelen die ik buitengewoon interessant vind. De artikelen 1-3 regelen de papieren rompslomp:

Artikel 1
De grenslijn tusschen het Koningrijk der Nederlanden en het Koningrijk Belgie strekt zich uit van Pruissen af tot aan de Noordzee. 
Deze grenslijn, welke in drie afdeelingen verdeeld is, wordt op eene juiste en onveranderlijke wijze vastgesteld, bij een beschrijvend proces-verbaal, opgemaakt volgens de parcellaire plannen van het kadaster, vervaardigd op eene schaal van een twee duizend vijf honderdste en door middel van herkenningen op het terrein, door daartoe afgevaardigde commissarissen bewerkstelligd. 
Nogtans zullen, bij uitzondering, kaarten op eene schaal van een tien-duizendste, voldoende geoordeeld worden, om de grenslijn welke door de Maas en de Schelde gevormd wordt, aan te wijzen. Hetzelfde geldt voor hetgeen de gemeenten van Baarle-Nassau (Nederlanden) en Baarle-Hertog (Belgie) betreft, te wier opzigte het statu-quo behouden wordt, naar aanleiding van artikel 14 van het tractaat van 5 November 1842.
Een speciaal plan, in vier bladen, al de perceelen van deze twee gemeenten bevattende, is opgemaakt op eene schaal van een tien-duizendste, en bij dit plan zijn twee losse bladen gevoegd, op eene schaal van een twee duizend vijf honderdste, de perceelen van genoemde gemeenten voorstellende, welke op eene kleinere schaal niet duidelijk zouden worden aangewezen. 

Artikel 2
De topographische kaarten, op eene schaal van een tien-duizendste, bestemd om de grenslijn in derzelver geheel en in betrekking tot de aangrenzende localiteiten te doen kennen, worden bij afdeelingen opgemaakt, te weten; 
  • Van de zijde der Nederlanden, door middel van kadastrale plannen, aanwijzende tabellen en herkenningen op het terrein voor zoo verre deze noodig waren tot het bepalen der grenslijn
  • Van de zijde van Belgie, door middel van cadastrale plannen en van herkenningen op het terrein, de geheele uitgestrektheid van het Belgische gedeelte omvattende. 
In deze kaarten is de geheele uitgestrektheid der grenslijn begrepen, op eene middelbare lijn van twee duizend vier honderd ellen (mètres). 

Artikel 3 
Het beschrijvend proces-verbaal, de parcellaire plannen en de topographische kaarten op eene schaal van een tien-duizendste, door de commissarissen vastgesteld en geteekend, zullen bij de tegenwoordige overeenkomst gevoegd blijven, en dezelfde kracht en waarde hebben, als of dezelve daarin in hun geheel waren opgenomen. 

Artikel 41 regelt de archieven, kaarten en andere bescheiden die betrekking hebben op gemeenten die door het vaststellen van de grens van land veranderd zijn :

De archieven, kaarten en andere bescheiden, betrekking hebbende op de gemeentebesturen welke, uit kracht der tegenwoordige overeenkomst, van de eene heerschappij onder de andere overgaan, zullen aan de wederzijdsche gouvernements-afgevaardigden ter hand moeten worden gesteld, binnen de zes weken na de uitwisseling der bekrachtigingen.
In de gemeenten die door de grenslijn doorsneden worden, zullen deze archieven bij dat gedeelte blijven berusten hetwelk het grootste getal inwoners bevat, behoudens de verpligting, om daarvan aan het andere gedeelte, zoo dikwijls hetzelve zulks noodig mogt hebben, mededeeling te doen.
Hiervan zijn uitgezonderd de registers van den burgerlijken stand, waarvan een der dubbelen aan elken Staat zal verblijven.

Ik moet er nog goed over nadenken wat dit allemaal betekent. Het lijkt eenvoudig, maar is dat ook zo?

Artikel 42 regelt de miliciëns, zeg maar de dienstplichtige militairen. Zowel België als Nederland moesten die miliciëns teruggeven wier woonhuis ineens in het andere land was komen te liggen. Net zo logisch eigenlijk als archiefstukken. Zullen er miliciëns geweest zijn die hun best hebben gedaan ineens van een ander huisgezin deel uit te gaan maken om maar niet over te moeten naar het andere land?

De ingelijfde miliciens die bevonden mogten worden een deel uit te maken van die huisgezinnen, welker woonhuizen van heerschappij veranderen, ten gevolge van de tegenwoordige overeenkomst, zullen wederzijds vóór 1°. Januarij 1844 terug worden gegeven.

woensdag 25 december 2013

Botjesbrug

Tussen 1941 en 1948 (althans, het dossier in het gemeenterchief van Termunten loopt over die periode) is de Dr. Botjesbrug gelegd, een vaste brug over de bermsloot in de Zwaagweg aan de noordkant van de Reiderwolderpolder, vlakbij Woldendorp. De brug is genoemd naar dr. Emmo Haijo Botjes, tot 1952 gemeentearts in de gemeente Termunten.



De bermsloot is niet meer, het is een brug zonder functie geworden. Nu maar hopen dat de gemeente Delfzijl desondanks in stand wil houden ...

dinsdag 17 december 2013

Bred veur de kop en niet zo'n kleintje ook!





Dus: ondernemend Noord-Nederland bezoekt de grootste bouwput van Nederland, een in aanbouw zijnde controversiële kolencentrale in de Eemshaven, midden in de Waddenzee. En wat geef je ondernemend Noord-Nederland dan als cadeautje mee? Natuurlijk: 'het prachtige boek over de wadden getiteld "Een kleine ijstijd aan het wad"'.

Magna Carta in de vitrine

Uiteraard groter en duurder: de Verenigde Staten heeft ook een Nationaal Museum geopend, de David M. Rubenstein Gallery. Het museum is verleden week geopend met de permanente expositie "Records of Rights".



Eén van de weinige overleverde exemplaren van het Magan Carta is tentoongesteld.
Sinds 1984 is dit archiefstuk in Amerikaanse handen, het werd toen geveild in opdracht van de familie Brudenell. Of het charter oorspronkelijk afkomstig is van de familie Brudenell is mij niet duidelijk, maar het zou kunnen. Zo'n 18 generaties terug in de rechtstreekse mannelijke lijn kom je op William de Brudenell, de afstamming daarna gaat van Sir'snaar Earls en Marquises, ingetrouwd hetzelfde verhaal.

Maar is dat charter nog een archiefstuk? Voor archivarissen niet, of wel. Beide is te verdedigen. Als het stuk in Nederland als bruikleen in het Nationaal Museum zou liggen zou het volgens de Archiefwet 1995 geen archiefstuk zijn, maar als je het kader van de Archiefwet los laat zou je het best een archiefstuk kunnen noemen. Ik ben zelf van mening dat het voor de Brudenell-familie nog steeds een archiefstuk is, ook al zijn ze geen eigenaar of bezitter meer. Is het charter op zijn plaats in het Amerikaanse Nationaal Museum? In ieder geval is de inhoud duidelijk van invloed geweest op het Fifth Amendment, dus ja, in die zin wel.

De expositie zelf: ik geloof niet dat iedere Amerikaan er even gelukkig mee zal zijn als ik de New York Times moet geloven. Zelf denk ik op basis van het krantenknipsel dat het de moeite waard is om te gaan kijken.

Voor de vraag wanneer een object een archiefstuk kan zijn zie o.a. de discussie naar aanleiding van het blog Electronische procesdossiers van Ingmar Koch.

zondag 15 december 2013

Honigkuchen

Kersttijd, dus tijd om een boek uit de boekenkast te pakken. Een kookboek uiteraard: "Wunderbare Weihnachts  bäckerei - Plätzchen, Lebkuchen & Co." Honigkuchen moet het worden. Ruikt naar Kerst, smaakt naar Kerst, ziet er uit als Kerst.

Wat moet er in: 350 gram honing, 120 gram fijne tafelsuiker, 200 gram margarine, 2 eieren, een eetlepel Lebkuchenkruiden (soort koekkruiden maar dan anders. vlak bij de grens met Duitsland wonen heeft als voordeel dat je gemakkelijk aan dat soort zaken kunt komen), de geraspte schil van een sinaasappel (onbespoten en niet geverfd, ook zonder waslaagje, AH en Jumbo hebben dat dus meestal niet, gelukkig is er ook het alternatief Orange Back, een poedertje in een zakje, ook over de grens te krijgen), 2 theelepels gemalen kaneel, 500 gram patentbloem (ik gebruik zelf type 405), 1 zakje bakpoeder, 1 eetlepel cacao, kwart liter melk, 150 gram geconfijte sukade in blokjes (Zitronat bij de buren), 100 gram geconfijte sinaasappel in blokjes (en dat heet dan Orangeat), 100 gram fijngehakte hazelnoten, 100 gram witte amandelen, 35 gram rode bigarreauxs (ander kleurtje mag best) en een eiwit.

Die fles en dat glas zijn voor nog meer plezier


De honing, margarine en suiker in een pan op middelhoog vuur smelten en mengen. Het mengsel dan in een beslagkom doen en rustig laten afkoelen. De eieren, Lebkuchenkruiden, sinaasappelschil en kaneel met de mixer (of een andere mooie machine) door de het bijna afgekoelde honingmengsel kloppen.Bloem, bakpoeder en cacao samen zeven en afwisselend met de melk door de honingmassa kloppen. Sukade, hazelnoten en sinaasappel door het beslag scheppen.

Zo ongeveer ziet het beslag er uiteindelijk uit
 De oven op 180 graden verwarmen. Een bakblik (ik heb daarvoor een mooi rechthoekig blik van ongeveer 20x30 cm, 5 cm diep) invetten en het beslag er in gieten. De amandelen  en de bigarots halveren. Met een mes het beslag in stukken van ongeveer 5x5 cm verdelen en elk stukje met een halve bigarot en halve amandelen garneren. Tot slot het eiwit loskloppen met een eetlepel water en dat mengel over het beslag strijken.

Voor het bakken
 Ongeveer een half uurtje in de oven, bij mij meestal net iets langer, en dan hoort het klaar te zijn. Bij mij ziet het er dan zo uit:

ja, iets aan de donkere kant, maar niet verbrand

Het recept geeft wel aan dat het ongeveer vijftig stuks zou moeten opleveren, bij mij is dat de helft. Ik denk dat ik eigenlijk een groter blik moet gebruiken, maar op deze manier bevalt al jaren goed. Het verklaart waarschijnlijk wel waarom de Kuchen bij mij iets langer in de oven moet en daarom wat donker wordt ☺.

zaterdag 14 december 2013

Verbaas u niet, verwonder u slechts

Vandaag in het nieuws:

 Hengelsporters brengen zeeforel naar Groningse wateren


Geplaatst: 12:29 uur, zaterdag 14 december 2013

afbeelding
 Foto: Steven Radersma

Hengelsportfederatie Groningen/Drenthe vist zaterdag naar zeeforellen in het Duitse Delmenhorst bij Bremen. De vangst moet zorgen voor nageslacht in ons gebied.
Sportvissers kun je midden in de nacht wakker maken voor een zeeforel maar in Groningen en Drenthe zijn ze niet meer te vinden. Daarom wil Hengelsportfederatie Groningen/Drenthe die vis weer terug in onze wateren.

Daarvoor moeten waterlopen van het Lauwersmeer tot in Drenthe worden aangepakt om de forel weer te laten zwemmen en paaien. Eerder lukte dat al in Denemarken en Duitsland.



En wat zegt de Uitvoeringsregeling visserij:

Gesloten tijd voor vissoorten (art. 5c Uitvoeringsregeling visserij)
Op grond van art. 2a, lid 2 van de Visserijwet 1963 in combinatie met art. 2 van het "Reglement minimummaten en gesloten tijden 1985" kan de minister van Economische Zaken voor bepaalde vissoorten een gesloten tijd vaststellen. Op grond van deze bevoegdheid heeft de minister in art. 5c van de "Uitvoeringsregeling visserij" voor een aantal vissoorten een gesloten tijd vastgesteld. Een gesloten tijd betekent dat je de betreffende vissoort in die periode niet in bezit mag hebben en dus in die periode direct in hetzelfde water moet terugzetten. Een gesloten tijd is er om de betreffende vissoort te beschermen en geldt daarom voor iedereen dus zowel voor sportvissers als beroepsvissers.
Let op: naast de gesloten tijden voor bepaalde vissoorten geldt er van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei (voor het IJsselmeer: tot en met 31 mei) voor de meeste wateren ook een gesloten tijd voor het gebruik van alle soorten kunstaas (met uitzondering van kunstvliegen kleiner dan 2,5 cm.), een dood visje, een stukje vis en slachtproducten (zie het volgende hoofdstukje). 
Voor de volgende vissoorten gelden de volgende wettelijke gesloten tijden:

  • Snoek: van 1 maart tot aan de laatste zaterdag van mei (IJsselmeer: tot en met 31 mei)*.
  • Barbeel, kopvoorn en winde van 1 april tot en met 31 mei.
  • Snoekbaars en baars: van 1 april tot aan de laatste zaterdag van mei (IJsselmeer: tot en met 31 mei)*.
  • Beekforel: van 1 oktober tot en met 31 maart.
  • Elft, fint, kwabaal, meerval, serpeling, sneep, zeeforel, zalm, zeeprik en vlagzalm: het hele jaar.

Zeeforel


Zeeforel

Salmo trutta trutta, Linnaeus, 1758*

Gesloten tijd van 1 januari t/m 31 december

Lengte afgebeelde vis: 60 cm.

V

Lengte tot circa: 140 cm.



Toelichting

Herkenning 1 Heeft een vetvin. 2 Tussen de achterkant van de vetvin en de zijlijn liggen, geteld in de richting van de aangegeven pijl, 14-17 rijen schubben (de schub op de zijlijn niet meegeteld). 3 De bovenkaak loopt door tot achter het oog. Op het lichaam komen zwarte, min of meer kruisvormige vlekjes voor. 4 Dit is de trekkende vorm van de forel. Kan worden verward met de zalm. Verspreiding Noord-Atlantische Oceaan, Noordzee en Oostzee. Langs de Nederlandse kust vrij algemeen. Wordt ook aangetroffen in het IJsselmeer en de rivieren, maar komt meer voor langs de Noordzeekust en de Wadden (zgn. ‘schotzalm’). Leefwijze Zeeforel trekt in juli tot november vanuit zee de rivieren op om zich in rivieren en beken boven grind- en stenige bodems voort te planten. Na één tot vijf jaar trekken de jonge forellen naar de kustwateren waar ze één tot vijf jaar verblijven. Voedsel Hoofdzakelijk insectenlarven, kreeftachtigen en vis.



vrijdag 13 december 2013

Portret

In de pers vandaag: "Verloren portret Wilhelmina ontdekt".

http://www.nltimes.nl/wp-content/uploads/2013/12/Wilhelmina.jpg
Het is een portret dat Willem Hofker heeft geschilderd, in 1948 of later. De NOS meldt:

"Het Teylers Museum in Haarlem heeft een bijzonder schilderij van koningin Wilhelmina teruggevonden. Het gaat om een voorstudie van een portret door Willem Hofker.
Het origineel hing in het hoofdkantoor van de Koninklijke Paketvaart Maatschappij in het Indische Batavia. Na de inval van de Japanners werd het in het openbaar verbrand.
Het bleek dat Hofker na de oorlog had besloten zijn oorspronkelijke tekening met krijt uit te werken, omdat het origineel verloren was gegaan."

Laat duidelijk zijn, ik vind het een mooi portret. Ik snap ook wel wat de NOS bedoeld. Maar is het niet zo dat het hier om een ander portret gaat? Hofker heeft zelf op het portret "1898-1948" geschilderd, dat maakt het voor mij een wezenlijk ander portret dan het schilderij dat in Batavia verbrand is. Het is een nieuwe uitwerking van de voorstudie die Hofker had gemaakt, op basis van de voorstudie zijn er dan lijkt mij verschillende momenten meerdere originelen gemaakt.

donderdag 12 december 2013

Nooit een vlinder geworden ...

Je kent ze, beeldbepalende panden. Soms zijn ze mooi, soms zijn ze lelijk, maar gemeen hebben ze dat ze een beeld bepalen en een emotie oproepen. Wie over de A7 langs Winschoten rijdt en even niet oplet en naar het noorden kijkt ziet een pand een beeld bepalen. Een goedkoop rood pand. Het trekt de aandacht door vorm en kleur: hoog en rood.


"Blauwe stad" staat er op het pand. In het binnendijkse gebied van wat nu het Oldambtmeer heet valt het pand op door zijn hoge voorgevel die de aandacht van de automobilisten op de A7 moet trekken. Mooi? Niet echt. Lelijk? Nou, ook niet echt. Opvallend? Zeker! Beeldbepalend? Helemaal!

Het gebouw staat in de omgeving bekend onder de naam "Rode Rups" Vanaf de A7 zie je dat niet zo, maar wanneer je er langs loopt begrijp je die naam.


Duidelijk toch? Het is gewoon een rode rups.

In de Rode Rups was het projectbureau Blauwe Stad gehuisvest tot het verhuisde naar het even verderop gelegen nieuwgebouwde Havenpaviljoen. De Rode Rups bleef na die verhuizing leeg staan, nieuwe bestemmingen werden niet bedacht of bleken niet haalbaar. En wat gebeurt er met panden die leeg staan en waar geen vooruitzichten op gebruik voor zijn: ze worden gesloopt. Beeldbepalend of niet, gesloopt wordt dus de Rode Rups. Morgen, vrijdag 13 december, gaat de Rups tegen de vlakte. Wat overblijft is een beeld van een gebouw dat nog geen tien jaar een beeld heeft mogen bepalen. Jammer.

zondag 8 december 2013

Hunebedcentrum Borger: verplichte film

Jaren geleden was ik er al eens geweest, vandaag weer: het Hunebedcentrum in Borger. De vorige keer heette het nog Nationaal Hunebedden Informatiecentrum en was het anders gehuisvest. Kleinschalig (het is overigens nog steeds niet heel groot), vriendelijk en, ik bedoel dit niet verkeerd, amateuristisch. Het centrum is inmiddels professioneler geworden, anders, groter, beter gehuisvest. Mooier ook. Een groot terrein om het centrum, veel soorten stenen in een keientuin, goed geduid, bezigheden voor bezoekers, een steentijdhuis met een oertuin, niks mis mee.

http://www.hunebedcentrum.eu/tentoonstellingen/architectuur-van-van-eyck/
Keientuin
 Maar binnen werd het voor mij iets anders. De mevrouw bij de kassa was erg vriendelijk (museumjaarkaart geldig), een erg goede museumwinkel, een vriendelijk restaurant, alles is er. Het museumdeel heb ik alleen geen mening over, ik ben er namelijk niet in geweest. Wat blijkt: om het museum in te kunnen moet je door een filmzaal en dat mag alleen als er geen film draait. In mijn geval draaide er net een film en kon ik dus niet naar binnen: eerst wachten tot de film voorbij is. Dan kun je twee dingen doen: voor het rode afzettingslint blijven staan wachten tot je er in mag (zou nog bijna een kwartier duren) of eerst maar iets anders zien. De museumwinkel bijvoorbeeld. Of buiten, daar staat het grootste Drentse hunebed, D XXVII, alsof het naast het Centrum is gezet in plaats van dat het Centrum naast het hunebed is gezet.


Eerst even door de goed van boeken voorziene winkel, de kitschliefhebber komt er ook aan zijn trekken. De film blijkt na de winkel net weer begonnen, dus naar buiten, naar het hunebed. Groot, imposant, bezoekers die met het hunebed op de foto willen. Er op rondklauteren lijkt ook tamelijk gewoon, vandaag niet gezien, maar het vrijwel ontbreken van korstmossen bovenop de stenen doet dat toch vermoeden. De dragers van de dekstenen zijn deels ook helemaal, zelfs geen alg, het lijkt er op dat die stenen als opstapje worden gebruikt.


Na de winkel en het hunebed weer naar binnen om toch het museumdeel in te gaan. Jammer, de film draait net weer ... Ik vind dat toch erg onvriendelijk, je bezoekers verplichten tot wachttijden en tot het kijken naar een film. Voor mij kwam het er op neer dat ik het museumdeel niet heb gezien.

vrijdag 6 december 2013

Dierk en Wülm: gouden dai

Een jaar of drie geleden heb ik een online cursus Seeltersk gevolgd. Het Seeltersk, Saterlands, is een Europese minderheidstaal die nog door een klein aantal mensen in het Saterland wordt gesproken. De taal komt voort uit het oude Oostfries. En wat doe je als je een taal hebt "geleerd"? Je gaat naar het land waar die taal wordt gesproken! In dit geval was dat geen echte wereldreis: Seelterlound ligt ongeveer een autouur naar het oosten, afhankelijk van de route zo'n 65 tot 80 kilometer vanuit Oude Pekela naar het oosten.



Wat ik hoopte werd bevestigd: de plaatsnaamborden zijn er, net zoals veelal in Westerlauwers Friesland, tweetalig.



Om het nog mooier te maken: in het gemeentewapen zit pontificaal Karel de Grote. Niet voor niks natuurlijk, Karel zou de Friezen als beloning voor het veroveren van Rome middels de Magnuskerren, het Karelsprivilege, de Friese Vrijheid hebben gegeven.


Dat privilege zou een vervalsing zijn. Dat is heel wel mogelijk, ik ga me zeker niet in die discussie mengen, wat ik dan als archivaris wel weer aardig vind is dat dat privilege later erkend en bevestigd werd door minstens drie Rooms-koningen en een keizer. Tresoar in Leeuwarden heeft in ieder geval een afschrift en een authentiek afschrift (volgens mij zit daar ergens een kronkel, in ieder geval een onduidelijkheid bij het authentieke afschrift) in huis van bevestigingen van het Karelsprivilege. In mijn simpele gedachtenwereld is daarmee de zwarte vervalsing netjes witgewassen en is wat niet was toch geworden. Gelukkig zijn er hele horden historici en juristen die zich veel verstandiger over het al dan niet bestaan en oorsprong van de Friese Vrijheid hebben uitgelaten.

zondag 1 december 2013

Sinterklaas in vroeger tijden

Sinterklaas in ?

http://catholicism.about.com/od/thesaints/p/Saint_Nicholas.htm



Sinterklaas in 1683 volgens Jan Steen (je ziet hem niet maar hij is er wel):




Sinterklaas in 1766 in de Sint Nicolaas almanach:


 Sinterklaas in 1850 in Sint Nikolaas en zijn knecht van Jan Schenkman:




(Met dank aan I. die mij een krantenknipsel stuurde)

Stutenkerl

Gisteren ben ik bij de buren weer tegen een Stutenkerl aangelopen. 



Een Stutenkerl is een mannetje van gistdeeg ("stoet" is voor mij nog een normale naam voor "brood") dat de buren in de Adventstijd bakken (of al eerder, rond Sint Maarten). In Limburg schijnen ze ook voor te komen, maar dan onder andere namen: Buikman, Wekkeman, Weckman, Weggekèl, Stevensman, Piepespringer of Ziepesjprengert. Verdere verspreiding in Nederland ken ik niet, het Meertensinstituut helpt me ook niet verder. De universiteit van Augsburg helpt me wel aan meer verspreidingsgebied, met ook nog een mooi kaartje waarop je kunt zien hoe het mannetje in Duitsland her en der genoemd wordt:



Het peperkoekenmannetje kennen we natuurlijk wel in Nederland, al was het maar vanwege het Gouden Boekje "Het Koekemannetje".


Oorspronkelijk heet dat boekje dan wel The Gingerbread Man, maar het idee zal vast teruggaan op de Stutenkerl. De schrijfster van het boekje is Nancy Nolte, voor het gemak denk ik dan dat haar achternaam op een Duitse oorsprong duidt en dat zij is grootgeworden met de Stutenkerl.

Er lijkt ook een filmpje te zijn waar de Stutenkerl in figureert.

Recepten voor het zelf maken van een Stutenkerl zijn er genoeg te vinden, dus binnenkort zelf aan het bakken.

zondag 17 november 2013

Wandelen langs de Ruiten Aa

Vanmiddag was het zoals altijd mooi weer, dus wandelen! Langs de Ruiten A dit keer, van Vlagtwedde via (de rand van) het Metbroekbos naar Vlagtwedde. Er is een wandelpad, een Ommetje, uitgezet, herkenbaar aan de voetstapjes:


Er zijn veel van dergelijke Ommetjes in Groningen. De lengte van de wandeling is over het algemeen zo'n 3-5 kilomter, meestal in een uurtje goed te doen.

Vandaag dus langs de Ruiten A. In het kader van de Ecologische Hoofdstructuur wordt dit beekje, dat ongeveer van Ter Apel naar Blijham loopt, weer aan het slingeren gebracht.



Helemaal vergeten dat er ooit geruilverkaveld en genormaliseerd is doen we niet: zomaar, in het landschap, ligt deze stuw.  De stuw heeft geen enkele functie meer, water houdt hij niet meer op peil, alleen de herinnering is in stand gebleven.
 

Je loopt dus door en langs twee natuurgebieden, het Dal van de Ruiten A en het Metbroekbos, beiden eigendom in beheer bij Natuurmonumenten.

Wat mij dan stoort: echt pal aan de randen van de natuurgebieden, net er buiten, tref je dit aan:


Twee ingegraven mollenklemmen. Het gaas achter de mollenklemmen is de grens van het natuurgebied.
En even verder:


een val voor bisamratten. Er is hier echt geen dijk te ondergraven ...

Voor wie ook wil wandelen in Westerwolde: zie Wandelen in Westerwolde.