zaterdag 30 juli 2016

Beilen, Vesting der 1e klas en kartoffels

Jaren geleden kwam ik in toen nog het Algemeen Rijksarchief plannen tegen om van Beilen een vesting te maken. Ik heb het daar met mijn schoonvader over gehad en daarna eigenlijk nooit meer aan gedacht. Onlangs kwam dit toch weer boven en bleek mijn schoonvader te weten dat er in de Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1966 een artikel over deze vestingplannen te staan. Bij mijn schoonvader noch bij mij staat deze Volksalmanak in de boekenkast, lenen blijkt ook wat moeizaam (daar heb je in de praktijk geen bibliotheken voor), kopen dan maar. Antiquarisch, tweedehands zeggen anderen. Daarvoor zijn er twee mogelijkheden: je bestelt het bij een antiquariaat en een paar dagen later ligt over het algemeen het boek in de brievenbus óf je gaat naar een antiquariaat bij je in de buurt, struint zelf wat op en tussen de planken en vindt wat je zoekt (en meestal meer). Dat laatste heb ik gedaan. Bij Champ Clark op De Lethe, bij Bellingwolde. Ik zocht de Nieuwe Drentse Volksalmanak van 1966 en kwam thuis met die Volksalmanak plus de Volksalmanak voor 1962 en een boek over de Nieuwe- of Langakkerschans. Bijna niks kostten ze bij elkaar. Geslaagd dus.

Als ik dan toch op De Lethe ben loop ik ook even door. Zo'n honderdvijftig meter verderop ligt namelijk de grens met Duitsland die daar gemarkeerd wordt door grenspaal 186, de al dan niet verplaatste grenspaal op het voormalige drielandenpunt Nederland-Ostvriesland-Münster. Die paal moet je in de gaten houden, je weet het immers maar nooit met die paal: staat hij er nog en zo ja, staat hij wel op dezelfde plek als de vorige keer dat je er was? Nou, hij stond er nog, op dezelfde plek als afgelopen februari.



Toen ik de paal zo zag staan, midden tussen de aardappels, bedacht ik mij dat het een aardappelveld is dat in twee landen ligt. Deels worden er dus aardappels verbouwd, deels Kartoffeln.



Oma Griet in 1923
Ineens dacht ik aan mijn oma. Oma Griet Jonker heeft haar hele leven wanneer ze het over aardappels had over kartoffels gesproken. Ze was geen Duitse, heeft geen moment van haar leven in Duitsland gewoond. Wel vlak aan de grens. Ze was geboren op 30 november 1896 geboren en daarna getogen in Roswinkel, in de zuidoosthoek van Drenthe. Hemelsbreed een kilometer of vijf van de grens, hooguit. Oma trouwde in 1923 met opa, ze verhuisde meteen naar het toen voor haar verre zuid-Limburg. Bleijerheide kwam ze terecht, aan de Nieuwstraat heeft ze me weleens verteld. Hemelsbreed een meter of vijf van de grens. Ik denk dat wanneer ze het daar over kartoffels had er weinig misverstanden waren. Oma had wel meer in haar spraakgebruik waarin haar grensbewonerschap naar voren kwam, zo was een veel gebezigde uitdrukking van haar "Ach Gott du liebe", een uitdrukking die ook nu nog wel door mensen die niet ver van de grens wonen wordt gebruikt, in Groningen en in Limburg.

Beilen en mijn oma hadden nooit wat met elkaar te maken, ik weet bijna zeker dat oma zelfs nooit in Beilen geweest is, maar in een aardappelveld achter De Lethe komen ze gewoon bij elkaar.

2 opmerkingen:

  1. Grappig, mijn vader, geboren en tot en met de lagere school opgegroeid in Uffelte, maar zoon van ouders die uit Finsterwolde kwamen, zei altijd: "Ach du Liebe", als hij zich ergens sterk over verbaasde.

    ,

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ook uit de grensstreek en jouw voorvaderen kwamen deels toch ook van over de grens zo eind 18e eeuw? Mijn oma Griet had van moeders kant Jan Wepel uit Weener als grootvader, van vaders kant Snoeyincks uit Ulsen en Jonkers uit Neue Piccardie. Die grens was iets van en voor anderen.

    BeantwoordenVerwijderen