In 1909 mocht het ineens niet meer. Vóór 12 maart 1909 was het waarschijnlijk nog een volstrekt gebruikelijk volksvermaak, per 13 maart 1909 was het plotsklaps uit den boze: in wachtkamers van spoor- en locaalspoorwegen spuwen, roken waar dat niet is toegelaten, in staat van dronkenschap op een station rond te lopen. Rumoer maken mocht ook niet meer, verontreinigen in zijn algemeenheid werd zelfs verboden. In wachtkamers, op stations, overal verboden. Alleen in rijtuigen waren de verboden iets minder streng: niet meer spuwen of op andere wijze verontreinigen, maar rumoer dronkenschap en roken lijkt nog te mogen. Of was dat al op een eerder tijdstip verboden?
Maar waarom deze verboden? Mogelijk dat de Kamerstukken daar iets over zeggen. Op statengeneraaldigitaal is inderdaad iets te vinden, in het Voorlopig Verslag over Hoofdstuk IX van de Staatsbegroting 1909, vastgesteld op 9 november 1908 staat het volgende:
Voorts werden bewaren geopperd tegen het feit, dat men in de treinen vaak overlast van tabaksrook ondervindt. De controle op het rooken in de daarvoor niet bestemde compartimenten blijft nog altijd gebrekkig en in treinen met doorloopende gangen dringt de rook in alle compartimenten door. Ook werd geklaagd over het spuwen en het tabak pruimen in de wagens der derde klasse.
Verder werd gevraagd, of de Regeering bij de spoorweg-maatschappijen zou willen aandringen op een verbod vau verkoop van liederlijke lectuur op de stations.
En zie aan, het lijkt allemaal nog veel erger gekund te hebben: er werd zelfs gevraagd om een verbod op de verkoop van liederlijke lectuur op de stations! Mogelijk dat dat verbod er toch uiteindelijk wel is gekomen, maar in ieder geval niet in de bovenstaande regeling. Of kwam daarop geen verbod omdat spuwen en verontreinigen iets voor de derde klasse was en de liederlijke lectuur meer iets voor de beter gesitueerde reizigers in de eerste en tweede klasse?
Overigens doet het mij als archivaris deugd dat de Tweede Kamer al in 1908 het volgende vraagt:
Archief bergplaats.
Art. 123
Gevraagd werd, of de buitenwanden der in den tuin van het gebouw van den Raad van Toezicht op de spoorweg-diensten geplaatste archiefbergplaats van hout zijn. Zoo ja, levert dit geen gevaar voor brand op ?
Qua spuwen lag het probleem uiteraard niet bij de ervaren sloatje-kaauwers. Die bereikten met hun magistraal gemikte stralen feilloos kwispedoren, geplaatst op anderhalf à twee meter afstand. (
BeantwoordenVerwijderenMisschien mikten ze er in door wisselstraten rijdende en slecht geveerde rijtuigen weleens naast?
Verwijderen