uit de beeldbank van de RCE |
Deze foto is van 2007, de toren is dan al een jaar of 70 gepimpt met een nieuwe lantaren. Daarvoor zag de toren er iets anders uit.
via Wikimedia ook uit de beeldbank van de RCE |
Ietwat bescheidener en duidelijk geen Olle Witte, maar wel een olle. Ik vind zelf de gepimpte versie wat minder, maar dat zal niet iedere Sodommer met me eens zijn. Wat mij is opgevallen: er zitten hoogtemerken in. Rijkswaterstaat heeft verkenmerken in de toren gezet, drie stuks maar liefst. Het oudste is een 19e eeuws hoofdmerk. Zo'n hoofdmerk werd door Rijkswaterstaat in 1893 beschreven als: "Het hoofdmerk bestaat uit een bronzen bout, beschermd door eene daarvoor geplaatste bronzen plaat. De bout, vierkant van doorsnede 20 x 20 m.M. en 90 of 150 m.M. lang, is tot op eene diepte van ongeveer 50 m.M. uitgeboord (de meesten flauw conisch), terwijl de middellijn van het dus gevormde boutgat 5,5 m.M. bedraagt.
De plaat is rechthoekig, 200 m.M. lang bij 120 m.M. hoog; op het voorvlak voorzien van een groef lang 130 m.M., breed 5 m.M., in het midden met een ronde opening van 13 m.M middellijn".
Hoofdmerk in de Olle Witte, met 406 mm daaronder en 398 mm daarboven nog twee pijpbouten |
De beschermplaat wat dichter bij |
Beschrijving van de vindplaats van het hoofdmerk in de Olle Witte |
Zo'n verkenmerk is bestemd voor het doen van hoogtemetingen, de hoogte ten opzichte van het N.A.P., het Normaal Amsterdams Peil. Volgens een meting van 1893 blijkt het hoofdmerk een hoogte van 5, 398 meter ten opzichte van het N.A.P. te hebben. Het merk zat ongeveer 2,30 boven het trottoir. Die meting van 1893 was niet zo nauwkeurig klaarblijkelijk, want zo te zien zit datzelfde merk in 1934 op 5,358 meter boven N.A.P. en in 1955 op 5,357 meter boven N.A.P.
Hoogte in 1934 en 1955 |
Rijkswaterstaat heeft op een bepaald moment een nieuw merk geplaatst. Gewoon een koperen bout, zonder afdekplaat en zonder begeleidende pijpbouten. Wanneer die bout geplaatst is weet ik (nog) niet, maar hij zit er, in dezelfde gevel van de toren maar aan de andere kant en een stuk hoger. Wanneer ik wat tijd heb en er plaats voor mij is op de studiezaal van het Nationaal Archief zal ik uitzoeken hoe hoog deze nieuwere bout zit.
Daar zit hij, de nieuwere bout |
Nog weer later is er weer een nieuwe bout geplaatst, veel lager dan beide voorgangers. Deze nieuwste bout zit helemaal onderaan de toren, tegen het trottoir aan en verstopt achter een bankje.
De nieuwste bout, verstopt en wel |
Van Rijkswaterstaat heb ik na wat steggelen (de WOB-inzichten van Rijkswaterstaat waren wat merkwaardig) de volgende informatie over dit nieuwste merk gekregen (inmiddels stelt RWS de actuele merken in open data beschikbaar) :
013A0086 | 265,52 | 574,14 | W | 3,268 | 2008 | TOREN HK TORENSTRAAT |
Wat er staat is: kaartblad 13A (nummering van de topografische dienst), coördinaten 265,52 - 574,14 op een hoogte van 3,268 meter boven N.A.P en voor het laatst nagemeten in 2008 (in 2018 worden Groningen en Fryslân gecontroleerd). Het merk zit in de toren van de Hervormde Kerk aan de Torenstraat.
Dergelijke merken, in soorten en maten, zitten her en der in heel Nederland. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het onderhoud. Op de website van RWS is verdere informatie over het NAP te vinden.
De archiefstukken heb ik gevonden in het Nationaal Archief, Den Haag, Meetkundige Dienst en Voorgangers: Afdeling NAP, nummer toegang 2.16.73 (en het inventarisnummer ben ik als goed archivaris even kwijt). Vergeet overigens niet ook naar de NAP-kaarten van de Meetkundige Dienst te kijken.
Hebben alle kaarten zo'n mooie tekening van het object waaraan de bouten zijn aangebracht? Zou in een enkel geval een mooie bron voor bouwgeschiedenis kunnen zijn.
BeantwoordenVerwijderenNiet alle gebouwen, maar wel veel meer. Ik ben ze aan het fotograferen en stel ze dan ter beschikking op de één of andere manier aan geïnteresseerden, maar het kan nog wel even duren voor ik zover ben. Nationaal Archief heeft de komende tijd nogal beperkte capaciteit in de studiezaal en ik heb maar beperkt tijd in Den Haag. Maar het loopt niet weg.
BeantwoordenVerwijderenVraag me af wat voor gevolg bodemdaling heeft op de bruikbaarheid van dergelijke merken. Het Winschoter schiereiland is een relatief stabiele keileem- en zandkop, maar de aardgas- en zoutwinning in de diepere ondergrond, geologisch gesproken maar een klein eindje verderop, hebben toch zo hun uitstralingseffecten?
BeantwoordenVerwijderenAls de bodem daalt zit het merk op een andere hoogte tov N.A.P. Rijkswaterstaat meet ze periodiek op, maar met minstens een tussenperiode van 10 jaar heb ik begrepen. Bij onze zakkende bodem lijkt mij dat wat weinig, misschien dat er daarom vaker wordt gemeten. Ik zal het navragen. Het Winschoter schiereiland zakt volgens mij net zo vrolijk mee met de rest van de Groninger bodem.
BeantwoordenVerwijderen