vrijdag 6 december 2013

Dierk en Wülm: gouden dai

Een jaar of drie geleden heb ik een online cursus Seeltersk gevolgd. Het Seeltersk, Saterlands, is een Europese minderheidstaal die nog door een klein aantal mensen in het Saterland wordt gesproken. De taal komt voort uit het oude Oostfries. En wat doe je als je een taal hebt "geleerd"? Je gaat naar het land waar die taal wordt gesproken! In dit geval was dat geen echte wereldreis: Seelterlound ligt ongeveer een autouur naar het oosten, afhankelijk van de route zo'n 65 tot 80 kilometer vanuit Oude Pekela naar het oosten.



Wat ik hoopte werd bevestigd: de plaatsnaamborden zijn er, net zoals veelal in Westerlauwers Friesland, tweetalig.



Om het nog mooier te maken: in het gemeentewapen zit pontificaal Karel de Grote. Niet voor niks natuurlijk, Karel zou de Friezen als beloning voor het veroveren van Rome middels de Magnuskerren, het Karelsprivilege, de Friese Vrijheid hebben gegeven.


Dat privilege zou een vervalsing zijn. Dat is heel wel mogelijk, ik ga me zeker niet in die discussie mengen, wat ik dan als archivaris wel weer aardig vind is dat dat privilege later erkend en bevestigd werd door minstens drie Rooms-koningen en een keizer. Tresoar in Leeuwarden heeft in ieder geval een afschrift en een authentiek afschrift (volgens mij zit daar ergens een kronkel, in ieder geval een onduidelijkheid bij het authentieke afschrift) in huis van bevestigingen van het Karelsprivilege. In mijn simpele gedachtenwereld is daarmee de zwarte vervalsing netjes witgewassen en is wat niet was toch geworden. Gelukkig zijn er hele horden historici en juristen die zich veel verstandiger over het al dan niet bestaan en oorsprong van de Friese Vrijheid hebben uitgelaten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten